Skip to main content

Klaar voor de volgende crisis? Onze mobiliteit staat onder grote druk

We hebben er al genoeg, maar een volgende crisis dient zich aan. Een mobiliteitscrisis. Nu kunnen we stilstaan bij de definitie van een crisis, maar investeringen in publieke mobiliteit (openbaar vervoer én deelmobiliteit) blijven in ieder geval ver achter bij de behoeftes van de samenleving. Groepen raken achter. Vervoersarmoede neemt toe, zelfs onder de middeninkomens . Wat is de rol van de overheid hierin en wat moet er gebeuren?

Investeringen in openbaar vervoer onder druk
In de investeringskeuzes van de overheid zit nog steeds een neiging om vooral automobiliteit blijvend te optimaliseren. Met name de Rijksoverheid lijkt haar handen af te trekken van grote ov-projecten in o.a. Amsterdam en Rotterdam . Projecten in de grote steden trekken misschien eerder de aandacht van de media, maar het beeld in de rest van het land is ook duidelijk: er worden meer ov-lijnen geschrapt dan dat er bijkomen.

Openbaar vervoer kent bezuiniging op bezuiniging. Concessies komen zelfs niet meer rond, omdat marktpartijen er geen heil in zien . Een zorgelijke ontwikkeling aangezien een groeiende groep mensen overblijft met slechts één alternatief: de eigen auto. Dit wekt een alsmaar groeiende congestie op het wegennet nóg meer in de hand . Wanneer er niet voldoende wordt ingegrepen om deze trends om te buigen staan we over niet al te lange tijd met z’n allen vast. Een mobiliteitscrisis is geboren die zich op meerdere fronten afspeelt. Verplaatsen wordt in steeds meer situaties te kostbaar voor sommige groepen in de samenleving, terwijl tegelijkertijd de congestie blijft toenemen.

Verandering is snel nodig om aan te passen aan de wensen en behoeften van deze tijd, maar deze komt langzaam op gang. We zitten nog te vast in oude patronen die steeds meer aansluiting missen bij de oplossingen waar de huidige uitdagingen om vragen.

Deelmobiliteit maakt haar debuut
Deelmobiliteit biedt in toenemende mate reizigers alternatieve vervoersopties, vooralsnog vooral in de dichter bevolkte gebieden. Maar ook hier liggen de business cases soms onder druk en overheden lijken niet altijd happig om financieel bij te springen. Dit kan een obstakel zijn in het realiseren van een levensvatbaar deelmobiliteitssysteem voor iedereen. Aan ambitie geen gebrek in (lange termijns)beleidsdocumenten als het gaat om duurzaamheid en de te maken mobiliteitstransitie. Deels blijven dit loze beloftes als er niet navenant geïnvesteerd wordt om deze doelen te bereiken.

Er dreigen doelgroepen tussen wal en schip te raken in hun mobiliteitsbehoeften. Dit gebeurt als 1) openbaar vervoer zich steeds meer gaat beperken tot de verbindingen met de meeste reizigers en 2) de markt onder het mom van deelmobiliteit de overgebleven gaten dient op te vullen.
De term ‘publieke mobiliteit’ wordt steeds vaker gebruikt om openbaar vervoer én deelvervoer onder één noemer te verenigen. In theorie zouden deze publieke vormen van mobiliteit elkaar effectief kunnen aanvullen. Dit gebeurt echter niet zomaar. Publieke mobiliteit vergt meer publieke prioriteit vanuit de overheid.

De overheid, vanaf gemeente tot aan het Rijk, zou zich (met prioriteit!) meer dienen te ontfermen over de doelgroepen die het hardst geraakt worden in de invulling van hun mobiliteitsbehoefte door de huidige ontwikkelingen. Gelijktijdig moet de overheid meer investeren in vervoersalternatieven die de mobiliteitstransitie een stap verder kunnen brengen, zodat we als samenleving niet piepend en krakend tot stilstand komen in de nabije toekomst. Hier ligt een kans om vervoersarmoede gerichter aan te kunnen pakken.

Mobiliteit maakt (of breekt) ons bestaan
Bij keuzes in mobiliteitsbeleid en daarmee gepaard gaande investeringen moet er het besef zijn dat het om iets heel fundamenteels gaat. Jezelf kunnen verplaatsen voor werk, vrijetijdsbesteding of bezoek aan familie is een essentieel onderdeel van het bestaan. Je zou kunnen stellen dat openbaar vervoer gezien dient te worden als nutsvoorziening zoals ook waterleidingen en elektriciteitskabels naar alle huishoudens worden gelegd.

Des te zorgelijker is ook het gefixeerde idee dat openbaar (publiek) vervoer rendabel dient te zijn. Het is dit denken dat uiteindelijk vervoersarmoede in de hand werkt op grote schaal. Een eerlijker en rechtvaardiger mobiliteitssysteem kan als vliegwieleffect dienen voor allerlei ontwikkelingen. Ook kan het gezien worden als één van de basisvoorwaarden voor alle individuen in de samenleving om zichzelf te ontplooien en zowel letterlijk als figuurlijk verder te komen.

Met het huidige beleid lijkt er een plateau bereikt te zijn waarbij het heel lastig is om een grotere groep mensen uit de (eigen) auto te krijgen en zo de congestie en de druk op de openbare ruimte te verminderen. Er is meer, frequenter en comfortabeler publiek vervoer nodig om weer stappen te kunnen zetten. En dat mag wellicht wat kosten.

1 https://mobiliteitsalliantie.nl/onderzoek-mobiliteit-te-duur-voor-modaal-inkomen/
2 https://www.ad.nl/binnenland/rijk-remt-investeringen-in-openbaar-vervoer-af-vroemvroembeleid-bijna-een-godsdienst~ae65d949/
3 https://www.zeeland.nl/actueel/nog-geen-gegadigden-voor-busconcessie-vanaf-2025
4 https://transportlogistiek.nl/branche/infrastructuur-in-2040-muurvast-zonder-extra-investeringen/